Home

Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

Geldig vanaf 1 juli 2019
Geldig vanaf 1 juli 2019

Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2019]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 juli 2002, nr. FO2002/U78569;

Gelet op artikel 190 van de Provinciewet en artikel 186 van de Gemeentewet;

De Raad van State gehoord (advies van 4 december 2002, nr. W04.02.0300/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 januari 2003, nr. FO2002/U100707

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

Artikel 1

1.

In dit besluit wordt verstaan onder:

  1. uitzettingen: alle uitgezette middelen;

  2. verbonden partij: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft;

  3. financieel belang: een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt;

  4. bestuurlijk belang: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht;

  5. deelneming: een participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente aandelen heeft;

  6. CBS: Centraal bureau voor de statistiek;

  7. rentetypische looptijd; als gedefinieerd in de Wet fido, artikel 1, onder b;

  8. vaste schuld: het gezamenlijk bedrag van:

    1. 1°.

      de schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer, en

    2. 2°.

      de voor een termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen;

  9. netto-vlottende schuld; als gedefinieerd in de Wet fido, artikel 1, onder e;

  10. EMU-saldo: het geraamde onderscheidenlijk gerealiseerde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een provincie onderscheidenlijk een gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie;

  11. niet-effectieve positie: situatie waarin de onderliggende waarde en looptijd van een financieel derivaat niet overeenkomt met de financieringsbehoefte waar het derivaat betrekking op heeft;

  12. overheadkosten: alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces;

  13. bouwgrond in exploitatie: gronden in eigendom van een provincie onderscheidenlijk een gemeente, waarvoor provinciale staten onderscheidenlijk de raad een grondexploitatiepcomplex en een grondexploitatiebegroting heeft vastgesteld;

  14. taakvelden: eenheden waarin de programma’s, bedoeld in artikel 8, tweede lid, of de eenheden in overzichten en bedragen in het programmaplan, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdelen b tot en met e zijn onderverdeeld;

  15. economische categorieën: eenheden waarin de baten en lasten van activiteiten binnen een taakveld worden uitgedrukt;

  16. investeringen met economisch nut: investeringen die verhandelbaar zijn en kunnen bijdragen aan het genereren van middelen.

2.

In dit besluit wordt onder verbonden partij mede verstaan een Europese groepering voor territoriale samenwerking als bedoeld in artikel 1 van verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juli 2006 betreffende een Europese groepering voor territoriale samenwerking (EGTS) (PbEU L 210) waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft.

Artikel 2

1.

Voor de begroting, de meerjarenraming, de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie wordt een stelsel van baten en lasten gehanteerd.

2.

De baten en de lasten van het begrotingsjaar worden in de begroting, de jaarstukken en de uitvoeringsinformatie opgenomen, onverschillig of zij tot inkomsten of uitgaven in dat jaar leiden, onderscheidenlijk hebben geleid.

3.

De baten en lasten worden geraamd dan wel verantwoord tot hun brutobedrag.

4.

Onder de baten en lasten worden ook begrepen de over het eigen vermogen en de voorzieningen berekende bespaarde rente.

5.

Onder baten en lasten wordt ook begrepen de heffing van de vennootschapsbelasting. Deze heffing wordt geraamd en verantwoord op basis van de fiscale grondslag.

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6 [Vervallen per 19-03-2014]

Hoofdstuk II. De begroting en de toelichting

Titel 2.1. Algemeen

Artikel 7

Titel 2.2. Het programmaplan

Artikel 8

Titel 2.3. De paragrafen

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 16

Titel 2.4. Het overzicht van baten en lasten en de toelichting

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Titel 2.5. De uiteenzetting van de financiële positie en de toelichting

Artikel 20

Artikel 21

Hoofdstuk III. De meerjarenraming en de toelichting

Artikel 22

Artikel 23

Hoofdstuk IV. De jaarstukken en de toelichting

Titel 4.1. Algemeen

Artikel 24

Titel 4.2. De programmaverantwoording

Artikel 25

Titel 4.3. De paragrafen

Artikel 26

Titel 4.4. Het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening en de toelichting

Artikel 27

Artikel 28

Artikel 29

Titel 4.5. De balans en de toelichting

Paragraaf 4.5.1. Algemeen

Artikel 30

Paragraaf 4.5.2. Hoofdindeling van de balans

Artikel 31
Artikel 32

Paragraaf 4.5.3. Vaste activa

Artikel 33
Artikel 34
Artikel 35
Artikel 36

Paragraaf 4.5.4. Vlottende activa

Artikel 37
Artikel 38
Artikel 39
Artikel 40
Artikel 40a
Artikel 40b

Paragraaf 4.5.5. Vaste Passiva

Artikel 41
Artikel 42
Artikel 43
Artikel 44
Artikel 45
Artikel 46

Paragraaf 4.5.6. Vlottende passiva

Artikel 47
Artikel 48
Artikel 49
Artikel 50

Paragraaf 4.5.7. Toelichting op de balans

Artikel 51
Artikel 52
Artikel 52a
Artikel 52b
Artikel 52c
Artikel 52d
Artikel 53
Artikel 54
Artikel 55
Artikel 56
Artikel 57
Artikel 58

Titel 4.6. De bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen.

Artikel 58a

Hoofdstuk V. Waardering, activeren en afschrijven

Artikel 59

Artikel 60

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

Artikel 64

Artikel 65

Hoofdstuk VI. Uitvoeringsinformatie

Artikel 66

Artikel 67 [Vervallen per 14-04-2016]

Artikel 68 [Vervallen per 14-04-2016]

Artikel 69 [Vervallen per 01-07-2013]

Artikel 70 [Vervallen per 14-04-2016]

Hoofdstuk VII. Informatie voor derden

Artikel 71

Artikel 72 [Vervallen per 14-04-2016]

Artikel 73 [Vervallen per 14-04-2016]

Artikel 74 [Vervallen per 14-04-2016]

Hoofdstuk VIII. Commissie besluit begroting en verantwoording

Artikel 75

Hoofdstuk IX. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 76

Artikel 76a

Artikel 77

Artikel 78

Artikel 79